Solden

"Kak," foeterde Sonja, terwijl ze door het uitstalraam naar de winkelstraat tuurde.

Als kronkelende wormen baanden dikke regendruppels zich een weg omlaag langs het vensterglas. Vale, verpieterde etalagepoppen observeerden bedrukt de gehaaste, onder paraplu's verscholen passanten die meer oog hadden voor de verraderlijke plassen dan voor de vitrines.

De fleurige zomerkledij, die de plastic dames droegen, stond in schril contrast met het hondenweer dat nu al enkele weken aanhield.

De lucht kleurde donkergrijs doordat laaghangende, loodzware wolken tergend langzaam over de stad schoven. Over de kasseien draaide argeloos achtergelaten zwerfvuil willekeurige rondjes, daarbij vrolijk aangemoedigd door een speelse windvlaag.

Op het kruispunt met het Koophandelsplein was een kleine volkstoeloop ontstaan: Een fietser had onzacht kennis gemaakt met de straatstenen. Het zoveelste slachtoffer van de spekgladde tramsporen. Dagelijkse kost ondertussen. Onverschillig gluurde de gerante naar het tafereel.

Toen Sonja het hoofd in haar nek sloeg, slaakte ze een diepe zucht. De zon moest alweer gefrustreerd de duimen leggen voor wat ondertussen een veel te vroege herfst leek.

Nochtans had de zomer zich veelbelovend aangekondigd. De zwoele temperatuur had de bevolking tijdens de eerste weken naar de Belgische kust en naar de gezellige terrassen van de stad gejaagd. De badgasten konden de gerante gestolen worden. Elke dagjestoerist en terrasganger was daarentegen een potentiële klant.

Al puffend kuierden ze loom door de winkelstraten alvorens de historische binnenstad te bereiken. Schreeuwerige, holle slogans ontsierden de vitrines, maar lokten de zwetende meute de winkels in. Vooral het woord 'Solden' werkte buitengewoon stimulerend.

Gentenaars en buitenlandse gasten lieten zich graag verleiden om, aangespoord door de hoge kortingspercentages en de verkwikkende koelte van de airco, de boetieks binnen te wandelen.

Sonja was in haar nopjes. Onder haar goedkeurende blik vergaapten de klanten zich aan de afgeprijsde kledij. Begerige dameshanden graaiden opgewonden door de rekken terwijl echtgenoten wat ongemakkelijk stonden te schuifelen in de portiek. Kooplustigen wachtten vervolgens vol ongeduld tot een van de veel te krappe pashokjes eindelijk beschikbaar was. Nadat ze manlief met verleidelijke blik overtuigden om de kredietkaart tevoorschijn te toveren, verlieten ze opgewekt de kledingwinkel. De gerante zag het graag gebeuren.

's Avonds leek Sonja handen te kort te komen om de ravage, die de koopjesjagers achterlieten, op te ruimen. Tenslotte moest de boetiek de volgende dag opnieuw fris en aantrekkelijk ogen om de klanten naar binnen te lokken.

Achter de toonbank ergerde Sonja zich nu echter aan de gejaagde passanten die haar mannequins en de belettering op de etalage nu al dagenlang negeerden.

"Als de regen nog lang aanhoudt, kan ik de broodnodige opbrengst van de koopjesperiode wel vergeten," bromde de verkoopster. Sonja hield echter een belangrijke troef achter de hand. Hiermee hoopte ze alsnog het tij in haar voordeel te keren …



Het was behoorlijk druk in de laadruimte van de bestelwagen. Twintig zwijgzame, naakte dames stonden wezenloos voor zich uit te staren. Niet dat ze ook maar even konden genieten van het landschap. In het gedeukte plaatijzer was nergens een venster te bespeuren. Stokstijf waggelden ze tijdens de dolle rit heen en weer op hun stramme benen. Bij elke halte verlieten enkele reisgenoten apathisch het vrouwelijke gezelschap. Ik wachtte geduldig mijn beurt af.

Toen het aantal aanwezigen gehalveerd was, omhelsde een gespierde jongeling me liefdevol. Zachtjes tilde de knapperd me uit het ruim. Hij had vooraf wel aan een paraplu mogen denken: het regende pijpenstelen. Nog een geluk dat ik kaal geboren ben, anders had die vergetelheid mij ongetwijfeld een nieuwe permanent gekost.

Een uitgelaten dame droogde mijn kletsnatte lichaam zorgvuldig af met een zachte doek. Algauw moest ik mijn mening bijstellen. Eenmaal droog rukte ze me brutaal de armen van het lijf. Mijn samengeperste lippen konden nog net een ijselijke gil onderdrukken. 

Azuurblauwe panty's werden wat onhandig over mijn stijve benen getrokken. Allesbehalve hygiënisch: een slipje dragen is, naar mijn aanvoelen, de evidentie zelf. Onderdanig als ik ben, onderging ik deze gênante behandeling zonder te morren.

De onbekende vrouw wurmde vervolgens een knaloranje zomerjurk over mijn bovenlijf. Een opvallende kleur die spontaan de gedachte aan een eerder conservatieve centrumpartij opwekte.

De geamputeerde armen klikten vervolgens pijnloos waar ze hoorden te zitten. Gelukkig maar!

Nadat de dame mijn voeten in stijlvolle, witleren sandalen gepropt had, stiftte ze mijn lippen. Een flinke dot rouge kleurde mijn bruin getinte wangen. Tenslotte mat ze me een blonde, hippe haardos aan. Vanuit mijn ooghoeken bewonderde ik mezelf stiekem in een van de vele spiegels die mijn nieuwe omgeving rijk was.

Tot mijn verbazing moest ik plaatsnemen in een eerder krappe etalage. Wat kon hier de bedoeling van zijn? Een onbehaaglijk gevoel besloop me: Dames en vitrines, een nogal louche combinatie. Aarzelend gleed mijn verdwaasde blik over de bizarre ruimte.

Vier soortgenoten tuurden gelaten naar de gevel aan de overzijde van de straat. Onder mijn sandalen schuurde kwistig rondgestrooid zeezand. Zeesterren, schelpen, emmertjes en schopjes lagen kriskras op het geïmproviseerde strand. Achter mij maakte een gigantische afdruk, met daarop witschuimende golven en een stralende zon, het tafereel compleet.

Aan de andere zijde van het glas repten mensen zich door de plensbui. Schuilend onder hun witte paraplu's leken de passanten wel dansende weidechampignons. Sporadisch hielden enkele nieuwsgierige dames kort halt om me van top tot teen te begluren. Schaamteloze voyeurs zijn het! Mijn gezelschap scheen er geen last van te hebben. Ongeïnteresseerd ignoreerden ze de vrijpostige schepsels.

Opgelaten telde ik de uren af. Niemand van het gezelschap had de beleefdheid om een woord tegen me te zeggen. Ik verveelde me te pletter.

Toen de avond viel, doofde de dame, die me zwaar mishandeld had, zuchtend de lichten in de boetiek. Ik vermoedde dat de vrouw elke ontsnappingspoging wou verhinderen. Een alarmsysteem werd bewapend en de glazen toegangsdeur werd op dubbel slot gedraaid. Voordat ze zich omdraaide, en in de vallende duisternis verdween, bekeek ze ons een laatste keer.

Een vijftal kleine spotjes beschenen mezelf en mijn vier asociale collega's. Ik stond er terneergeslagen bij terwijl de nacht haar zwarte laken geleidelijk aan over de stad spreidde.


"Zeg, nieuwe! Wen er alvast maar aan dat die tuttebellen ons de dag door begluren." Een dame met pikzwarte krullen keek me vanuit haar ooghoeken aan.

"Euhm… Heb je het tegen mij," vroeg ik aarzelend. Vruchteloos probeerde in mijn hoofd in haar richting te draaien.

"Tuurlijk! Al eens om je heen gekeken? Jij bent de enige die hier sinds vandaag het vijfde wiel aan de wagen is. Wij staan hier al jaren te staren naar de parfumerie aan de overzijde."

"Geef haar toch een kans," suste een dame met spierwitte teint. Om haar middel spande een vuurrood, zijden galakleed dat perfect paste bij de zwarte pumps en bijbehorende zwartleren handtas. Een blinkende ceintuur accentueerde haar wespentaille.

"Mens! Denk jij nu werkelijk dat jij het hier voor het zeggen hebt? In avondkleding paraderen, geeft jou het recht niet om hoog van de toren te blazen."

De vrouw met de bleke huid haar ogen schoten vuur. Jammer dat ze haar hoofd niet in de richting van het serpent kon draaien. Ze zou haar met plezier, voor een enkele keer, een vernietigende blik toewerpen.

"Het spijt me dat ik hier als een hond in een kegelspel binnenval," verontschuldigde ik me. "Ik had er geen benul van waar men mij naartoe bracht."

Het tweetal, dat tot nog toe de lippen stijf op elkaar gehouden had, giechelde infantiel.

"Nu weet je het, liefje. Zorg er maar voor dat we wat kunnen opschieten met jou. Voor je het beseft, sta je hier jaren te tanen in het zonlicht. Die met haar grote mond staat hier al meer dan tien jaar wortel te schieten."

"Grote mond, grote mond … We kunnen onze mond niet eens opentrekken," beet krullenbol nijdig. "We mogen ons gelukkig prijzen dat we sinds onze assemblage het buikspreken meester zijn."

"Het zou anders inderdaad oersaai zijn," beaamden de twee giecheltrutten. "Daarenboven zijn we gespecialiseerd in het lezen van gedachten."

"Je weet toch dat we alles wat je deze middag dacht perfect begrepen hebben."

Onder het rouge gloeiden mijn gebronsde wangen verlegen. "Echt? Het wegrukken van mijn armen was zo gênant. Nooit heeft iemand me zo sadistisch behandeld! Zou ik dat ook kunnen? Die gedachten lezen, bedoel ik."

"Natuurlijk kan je dat," antwoordde de dame in rode avondjurk. "Dat is nu precies zo gaaf: wij zijn gedoemd om te zwijgen tegen die lui. Maar wat ze denken: daarmee lach je je stiekem krom."

De bazige kwek grinnikte: "Je moet eens zien hoe de winkelbediende zich uitslooft om haar kledij aan de man, afijn vrouw, te brengen. Terwijl heel wat klanten hier enkel komen rondneuzen, omdat ze zich de dure jurken eigenlijk niet kunnen veroorloven. De bazin bakt zoete broodjes bij de vleet, maar de aanstellers denken daar stiekem anders over. Om je de pleuris te lachen!"

Zo ging het getetter de hele nacht door. Ik was echter blij niet alleen te zijn. Al vond ik die ene toch maar een irritant creatuur. Tegen het ochtendgloren verstomde het gesprek. Sonja zou gauw terug zijn om de winkel te openen.



De gerante betrad steevast om acht uur haar boetiek. Klanten ontving ze op dat uur nog niet. Ze stofte het meubilair netjes af, sorteerde andermaal de kledij en nam een kijkje in de etalage. "Fijn," mompelde ze tevreden. "Die nieuwe mannequin staat beeldig in het uitstalraam. Een echte blikvanger. Hopelijk zet die nieuwe dame de passanten ertoe aan om mijn koopwaar wat van nabij te bekijken."

Terwijl ze de laatste hand legde aan wat verstelwerk, hield een bestelwagen halt voor de boetiek.

Een oudere man met stoppelbaard tikte met zijn trouwring een ordinair deuntje op de glazen deur. Geschrokken keek Sonja op. Haar stem sloeg over: "Momentje, Ik kom er zo aan!" De winkelbediende legde het verstelwerk zorgvuldig op de toonbank en waggelde naar het gat van de timmerman.

"Madam Bakker," kraste de kerel met een opvallend Gents accent. Hij stak een smoezelige hand uit. Vol walging bekeek de winkeluitbaatster de klamme hand, waarna ze prompt haar gemanicuurde vingers achter haar rug verborg.

De man haalde ongeïnteresseerd de schouders op. "Eddy. Firma De andere Wereld. Ik kom haar ernaartoe helpen." Een lullig grapje dat hij al tientallen keren gemaakt had.

Zonder ook maar even te glimlachen, liet Sonja de flauwe plezante erin.

"Die in het midden moet je hebben. Na al die jaren hoef ik haar niet meer." Sonja wees resoluut naar de paspop met de zwarte krullen.

"Zal mij worst wezen," gromde de man hoorbaar.

"Bent u wel voorzichtig? De etalage ziet er beeldig uit."

Zonder te antwoorden, greep de man de bewuste pop bij het middel, legde haar lompweg over zijn linkerschouder en pootte de mannequin voor de gerante neer. Sonja ontdeed haar van de dure kledij, waarna stoppelbaard met de naakte etalagepop onder zijn arm naar buiten slofte. Een blauwgrijze, stinkende walm steeg op vanuit de roestige uitlaat toen Freddy de lage emissiezone oneer aandeed.

"Hèhè," grinnikte ik. Deze nacht zal het er hier vast heel wat gemoedelijker aan toegaan.

© Filip Martens juli 2023

© 2023 Alle rechten voorbehouden
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin